Dertien dagen en heel wat uurtjes rijden verder staan we weer op de camping aan de Bujagali Falls in Jinja. Het uitzicht is nog steeds even mooi en het is een perfecte plek om bij te komen en de indrukken van de afgelopen dagen te verwerken.
Na een uur wachten op de stoep van een volledig dichtgetimmerd vliegveld (?), kwam Catherine dan eindelijk naar buiten gelopen; echt fantastisch om haar weer te zien!
De volgende dag zijn Cath en ik Kampala ingegaan, helaas zonder Floris want die lag ziek op bed. (Hoe ironisch, hij is de hele reis nog niet ziek geweest).
Gelukkig was Floris de volgende dag alweer opgeknapt en konden we samen met Chris en Dolors naar Kabale rijden.
De rit door het groene, vruchtbare en vrolijke Uganda was genieten en de kamping aan Lake Bunyoni, 10 kilometer van Kabale, prachtig.
De kano’s die we hadden gehuurd waren uitgeholde boomstammen. Een zeer romantisch plaatje, maar zo onstabiel als de pest en een ramp om te besturen. Cath, Floris en ik kieperde in eerste instantie met kano en al om (hiermee hebben we de schoolkinderen een erg vermakelijk speelkwartier bezorgd) en hebben vervolgens een half uur lang in cirkeltjes rondgevaren. De lokale bevolking noemt dit de ‘muzungu (white person) corkscrew’ en mijn god wat voelden we ons voor lul staan.
Maar uiteindelijk kreeg Floris het sturen onder controle en Cath en ik een ritme in het peddelen en ging het allemaal voor de wind.
Lake Bunyoni ligt vol met eilandjes, waaronder ‘Punishment Island’ waar vroeger ongetrouwde, zwangere vrouwen achtergelaten werden om te sterven. Ik vroeg me af of er ook een eiland was waar de mannen heengingen die de vrouwen zwanger hadden gemaakt, maar die bleek niet te bestaan.
Al de eilandjes, de kronkelige oever en de bergen rondom het meer, maakt een kanotochtje een erg mooie ervaring.
In de buurt van de kamping stond een school voor kinderen tot 12 jaar (primaryschool). We werden uitgenodigt voor een rondleiding en mochten bij de allerkleinsten een deel van de les meemaken. De kleintjes leerden dingen als tellen en het alfabet door middel van liedjes en dans en het was geweldig om ze rond te zien springen. Dat Afrikaanse ritme zit er echt al vanaf de geboorte in!
Er moest natuurlijk ook gestapt worden, dus op vrijdagavond achterop een pick-up truck het hobbelige zandpad af naar Kabale. Er zou een bekende Ugandese band optreden en aangezien dit een hele happening was voor het rustige, afgelegen dorp, besloten wij er ook heen te gaan. Helaas viel het nogal tegen dus zijn we na een uurtje verkast naar de plaatselijke nachtclub.
Veel te laat dan gepland waren we weer terug op de kamping, zodat we de volgende ochtend suf en katerig aan onze tocht naar het Mgahinga Gorilla National Park begonnen.
De weg langs Lake Bunyoni en de ‘Kanaba Gap’ was indrukwekkend. Je keek uit over heuvels en bergen, de meesten tot aan de top in gebruik als landbouwgrond, en in de verte zag je het meer met zijn grillige vormen. De gebieden waar men (nog) geen landbouw bedreef waren begroeid met oeroude bomen en bamboostruiken.
We hebben de hele dag gedaan over de 80 kilometer van Lake Bunyoni naar het Mgahinga Gorilla National Park, deels omdat de weg zo slecht was en deels omdat we om de zoveel tijd gewoon moesten stoppen om van het uitzicht te genieten.
Mgahinga Gorilla National Park bestaat uit tropisch regenwoud en vulkanen en is één van de twee plekken op aarde waar nog gorilla’s leven. Een gorillatrekking kost echter 400 USD per persoon en dat is met ons budget helaas niet haalbaar.
Een wandeling door het park was echter ook erg leuk en het bezoek aan een grot waar vroeger pygmeeen woonden interessant.
Die avond hadden we een afscheidsmaaltijd omdat Chris en Dolors verder zouden rijden naar Congo en wij richting Fort Portal. De maaltijd werd een groot fiasco, omdat Chris bij het slachten van de kip die Dolors, Cath en ik hadden gekocht het puntje van zijn duim er bijna afhakte en samen met Floris naar het ziekenhuis moest om het te laten hechten. Ik koop nooit meer een levende kip.
De rit naar Fort Portal duurde twee dagen (onderweg onze eerste olifanten gezien!!) en we waren blij toen we eindelijk de pitoreske community campsite aan één van de kratermeren opreden. Een hele fijne plek, gerund door lokale mensen die veel voor de gemeenschap doen.
’s Ochtends krijgt een groep kinderen uit de buurt les op de kamping en Cath heeft prachtige foto’s mogen maken van de leerlingen.
Met Patrick, de gids van de kamping, hebben we een wandeling gemaakt door de omgeving, door de thee- en bananenplantages een berg op om de andere kratermeren te kunnen zien.
Helaas konden we maar een dag blijven op deze perfecte plek.
Vanuit Fort Portal zijn we in één dag naar de Red Chilli campsite in Kampala teruggereden, waar Johannes, de Zuid-Afrikaanse motorrijder die we eerder in Nairobi hadden ontmoet, heel toevallig ook logeerde. Het was een erg gezellig wederzien en we hebben afgesproken dat we hem opzoeken als Floris en ik in Kaapstad zijn.
En vanmiddag zijn we dan, vanuit Kampala, hier terechtgekomen. Morgen en overmorgen staan de Sipi Falls op het programma en dan zullen we het te gekke Uganda alweer verlaten.
GPS # N 0 ° 28′ 53.9″, E 33 ° 9 ‘ 25.7″