Volledig uitgerust, bijgekomen en inmiddels wel weer toe aan een nieuwe uitdaging, staan we nog steeds op de ‘Jungle Junction’ in Nairobi.
Het is moeilijk om de afgelopen weken te beschrijven; voordat we het wisten waren er drie weken om en wat hebben we in die tijd in godsnaam gedaan??
Allereerst de HOWys uitgezwaaid, met pijn in ons hart. Toen gevierd dat we weer met z’n tweetjes waren en niet meer iedere avond hoefden te lobbyen om een dag langer op een bepaalde plek te blijven. En vervolgens vooral veel gekletst en gebbq met de andere gasten van de Jungle Junction.
Na een paar dagen had Floris genoeg moed bij elkaar geraapt om weer onder de Unimog te gaan liggen en te kijken hoe alles gefixt kon worden. Het lassen was geen probleem; dat kon gratis in de werkplaats van Chris. De gebroken veer was een groter probleem; de plekken die tweedehands Unimogveren zouden kunnen hebben, hadden ze niet en uiteindelijk besloten we om een veer vanuit Nederland te laten opsturen.
Na wat onderzoek bleek de veer met de gewone post te verzenden de enige, voor ons betaalbare manier, wat 9 tot 15 dagen zou duren. Van andere, meer ervaren Afrika-gangers hebben we begrepen dat we vooral niet moeten vergeten dat we in Afrika zijn en dat we bij die wachttijd zeker een week moeten bijtellen als het pakketje uberhaupt al aankomt. We wachten nog steeds vol goede moed…
Een nieuwe project van Floris zijn de schokbrekers. Eén ervan lekte nogal wat olie en nadat hij eruit was gehaald, leek hij kapot te zijn. Dit is nogal moeilijk bepalen bij schokbrekers, maar Floris heeft toch een paar ‘nieuwe tweedehandse’ kunnen vinden en deze ingebouwd. Zodra de veer er is gaan we ermee proefrijden en dan merken we vanzelf of de zaak er met deze schokbrekers beter van wordt.
Naast het fixen van de Unimog hebben we ook veel tijd besteed aan het ‘fixen van mij’. Ik ben verschillende keren naar de gespecialiseerde arts geweest en kwam iedere keer met een gezellig pakketje medicijnen terug, maar het hielp allemaal niks. Uiteindelijk besloot de arts dat een colonoscoop (met een cameraatje in de darmen kijken) de enige optie was om uit te vinden waarom mijn diarree niet ophoud. Het werd een erg raar onderzoek. Deels omdat ik die dag jarig was en’s ochtends vroeg bij mezelf een klisma moest doen op het openbare toilet van de kamping (is weer eens wat anders dan wakker gezongen worden met slingers en cadeautjes…). En deels omdat het verdovingsmiddel wat ik kreeg ervoor zorgde dat ik tijdens het onderzoek een enorme praatkick kreeg waar ik me na het onderzoek niks meer van kon herinneren.
Over een paar dagen krijg ik de uitslag van het onderzoek.
Gelukkig voel ik me, ondanks de diarree, de laatste weken prima en hebben we van veel dingen kunnen genieten.
We zijn bij het Sheldrick Orphean House voor olifantjes geweest in het nationale park dat tegen Nairobi aanligt. Dat was erg leuk, de olifantjes lopen gewoon voor je langs en je mag ze aaien. De stichting doet bovendien erg goed werk. Toeristen mogen de olifantjes slechts één uur per dag bezoeken en de rest van de dag lopen ze los door de bush. Als ze groot genoeg zijn worden ze overgeplaatst naar één van de natuurparken in Kenia of Tanzania. Terwijl we naar de olifantjes stonden te kijken dook er opeens een leeuw op uit de bosjes. Mijn eerste reactie was paniek, maar het meisje dat informatie gaf over de olifantjes verzekerde ons dat de leeuwen bang zijn voor mensen en op afstand blijven. Toch een erg vreemde gewaarwording; een leeuw in de bosjes op nog geen 20 meter afstand.
Het centrum van Nairobi, waar we een paar keer zijn geweest, is druk en chaotisch; zoals tot nu toe alle grote steden in Afrika. We zijn inmiddels ingeburgerd genoeg om overal met de matatu (kleine transporter busjes die dienst doen als openbaar vervoer) heen te gaan en dit is elke keer weer een belevenis. De chauffeurs van de matatu’s rijden als gekken, er staat meestal kei- en keiharde rap en r&b muziek op en pas als er veertien passagiers in het piepkleine busje zitten, is hij vol. In Nederland bestaat er zoiets als een ‘eigen ruimte’ en ga je niet vlak naast een vreemd iemand zitten in de bus of trein, maar houd enige afstand. In Afrika bestaat dit dus niet en is het de normaalste zaak van de wereld dat als je al ingeklemd zit tussen twee ‘Afrikaanse big mamma’s’ je ook nog een kind en twee tassen op schoot krijgt. Erg leuk om allemaal mee te maken.
In de overvloed aan tijd die we hier hebben, zijn we ook gaan nadenken over de rest van onze reis. Ons geld is in mei volgend jaar op en eigenlijk zouden we nog wel langer in het prachtige Afrika willen blijven. Toen we van andere reizigers hoorden dat er veel lodge en camping eigenaren in zuidelijk Afrika tijdens het regenseizoen op vakantie willen en dan oppassers zoeken voor hun plek, wisten we hoe we ons probleem op konden lossen: werk zoeken!!
Via Chris kregen we het emailadres van Marlies, een vrouw die voorheen lodge en camping eigenaren koppelde aan reizigers die voor een bepaalde tijd konden oppassen en nu een eigen lodge heeft. Zij wist op het moment niemand die een oppasser nodig had, het regenseizoen is al te ver gevorderd, maar had zelf nog wel wat mensen nodig om op haar eigen lodge te komen werken.
Floris kan het onderhoud doen van de Mercedes – G’s (jeeps) die de lodge heeft en ik kan me bezig houden met hosting en verder allerlei andere klusjes doen. Helemaal perfect! De lodge ligt op één van de mooiste plekken van Tanzania, aan de rand van een natuurpark en met uitzicht op de Kilimanjaro…… (www.hatarilodge.com). We moeten er 13 juli zijn en beginnen met een soort proefperiode waarin zij kijken of wij geschikt zijn voor het werk en of de honden zich een beetje gedragen tussen al de wilde dieren die daar gewoon door de tuin lopen. We krijgen niks betaald, maar wel een gratis plek om te kamperen, eten en wat zakgeld.
We kijken er echt onwijs naar uit en hopen dat we de baan krijgen!
Ondanks dat we het, tegen onze verwachtingen in, erg naar ons zin hebben in ‘Nairobberi’, hebben we nu toch wel erg veel zin om weer door te rijden en andere plekken te ontdekken. Het wachten is op de veer en op het uittesten van de andere schokbrekers.
Vanavond gaan we stappen met Johannes, een erg aardige motorrijder uit Zuid-Afrika en na het weekend gaan we opnieuw naar het postkantoor om te checken voor ons pakketje. Duim maar voor ons!