17 maart 2007 – Soedan

Een verslag vanuit zonnig Karthoum! Na wat tegenslag gaat het weer prima met ons en bereiden we ons voor op de rit richting Ethiopie.

De route vanaf Wadi Halfa naar Karthoum was ontzettend zwaar. Van de 950 kilometer was er sowieso maar 350 geasfalteerd en de rest van de route was één groot rally-parcour. Wasbordweg (hele kleine hobbeltjes regelmatig achter elkaar waardoor je voertuig letterlijk uit elkaar trilt), gaten, heuvels, los zand, bochten; het hield niet op. De hoogste snelheid die we off-road konden halen was 30 km per uur. De natuur en de dorpjes die we onderweg tegenkwamen waren fantastisch om te zien, maar het merendeel van de tijd waren je ogen op de weg gericht en anders op de GPS om te checken of je nog goed reed.
Naast de slechte weg droeg de temperatuur ook bij aan de zware route; bij 40 graden in de schaduw weet je soms echt niet meer waar je het moet zoeken…. Maar hetgeen wat de situatie eigenlijk echt zwaar maakte was dat de helft van de mensen, inclusief mijzelf, ziek was. Om de zoveel tijd moest er abrupt op de rem getrapt worden waarnaar je iemand de bosjes in zag rennen om te poepen of over te geven.
De niet-zieken zagen hier de humor nog wel van in, maar als je het zelf meemaakt…….

De rustpunten in de reis waren de overnachtingen langs de schitterende Nijl. We hebben steeds wild gekampeerd en zochten dan naar de ‘mooiste-groene-palmboom-stukjes’ om ons kampje op te slaan. We genoten dan van de zonsondergang in de Nijl, vaak in gezelschap van nieuwsgierige, maar altijd zeer vriendelijke, dorpsbewoners.
Ook in Dongola, een superleuk stadje met restaurantjes, internet en allerlei winkels, hebben we een dagje rust gehad.

Op het laatste stuk van de route, toen ik me echt heel erg beroerd voelde maar gelukkig de eindstreep in zicht was, schroken Floris en ik ons nog even rot. Van een tegemoetkomende truck vloog een steen, recht tegen onze voorruit. De voorruit brak in duizende stukjes, gelukkig heel geleidelijk zodat we geen glas in ons gezicht kregen. Na een paar minuten hardgrondig vloeken hebben we zo goed en zo kwaad als het ging het glas uit de cabine geveegd en zijn we verder gereden richting de camping.

Eenmaal op de camping, hadden Floris en ik een klein overwinningsgevoel; we hadden het gered! Wat een ervaring!
Binnen een dag zat er een nieuwe voorruit in de Unimog (of eigenlijk twee, want ze hadden van twee ramen één gemaakt aangezien een origineel Unimog raam hier niet te vinden was). Toen kon het echte chillen beginnen.
Helaas ging ik mij, in tegenstelling tot de anderen, niet beter voelen en gisteren, na tien dagen diarree, besloot ik naar het ziekenhuis te gaan.
Ik bleek voedselvergiftiging opgelopen te hebben en had hierdoor een ameube en een lichte infectie gekregen. Daarnaast had ik last van uitdrogingsverschijnselen. Ik werd aan een infuus van vocht en anti-biotica gelegd (ook weer een hele belevenis om in een Soedanees ziekenhuis te liggen) en mocht met een extra anti-biotica kuur weer terug naar de camping. Ik voel me vandaag alweer een stuk beter en heb er vertrouwen in dat ik over een paar dagen weer de oude ben.

Morgen regelen we het visum voor Ethiopie en waarschijnlijk gaan we overmorgen alweer verder rijden. Erg jammer om Soedan zo snel te verlaten, want het is een ontzettend leuk en interresant land!

GPS # N 45° 26′ 8.6 “, E 13 ° 31′ 24.4”