5 maart 2007 – Soedan
Het is allemaal een beetje anders gelopen dan gepland en we zijn alweer in Soedan. We staan op een mooi plekje langs de Nijl en hebben allemaal een ‘Afrika-gevoel’.
Het was de bedoeling om een paar dagen in Aswan te blijven, zodat er wat gesleuteld kon worden aan de truck en de unimog, er genoeg eten en drinken kon worden ingekocht en verder iedereen goed uitgerust en voorbereid Soedan binnen zou komen.
Op donderdagochtend, ruim op tijd en dus zeer relaxed, stapten Floris, ik, Niels, Tamara en Rosa het ticketoffice binnen van de veerboot om te informeren naar de boot van maandag. Tien minuten later kwamen we gestresst naar buiten gerent….
Onze voertuigen bleken niet op de cargo van maandag te passen en zouden dus de volgende dag al moeten vertrekken. De honden mochten niet op het passagiersschip en moesten dus mee op de cargo. Deze cargo bleek er niet 17 uur over te doen, zoals het passagiersschip, maar 48 uur. Na heel veel zeuren mocht er één persoon mee met de honden, zodat ze in die 48 uur wel uitgelaten konden worden en er was een kleine kans dat er drie anderen met het passagiersschip van de volgende dag meekonden. Om alles geregeld te krijgen moesten we binnen een half uur de Egyptische nummerplaten inleveren bij de traffic police en met een bewijsje terug zijn bij het ticketoffice. Zelfs de man van de ticketoffice achtte dit onmogelijk, maar het is ons gelukt.
Er werd ons verteld dat we de volgende dag om 9 uur ’s ochtends in de haven moesten zijn en dit betekende dat we dezelfde avond nog alle inkopen moesten doen en het sleutelen uit moesten stellen tot Soedan.
De volgende morgen stonden we met z’n allen op de afgesproken tijd in de haven en bleken de cargo en de passagiersboot pas 9 uur later te vertrekken… Het goede nieuws was dat we allemaal die dag met het passagiersschip meekonden en we dus op zaterdagmiddag al in Wadi Halfa zouden zijn.
Toen we, na uren rondhangen en documenten regelen (Ed en ik hebben een uur voor een loket staan wachten omdat het gebedstijd was), met de trucks naar de cargo reden, kreeg ik bijna een hartstilstand. De cargo was een oud, verrot vlot; véél te klein voor alle dozen, rotzooi, tassen en de twee trucks en twee jeeps die erop moesten. De honden zouden, als ze mazzel hadden, net een rondje om de unimog kunnen lopen en ik betwijfelde of ik Floris, die dus in z’n eentje mee zou moeten, ooit nog levend terug zou zien. We hebben alles op alles gezet om te proberen Dennis ook mee op de cargo te krijgen, maar de Egyptische autoriteiten waren onverbiddelijk; ‘only one person’.
De trucks op de cargo krijgen was de volgende hindernis van de dag; de oprijplaat was totaal verbogen en helemaal gaar en tussen de grond en de plaat zat een gat van een halve meter.Na veel gedoe en het gebruik van balken, rijplaten en touwen, stonden ze er eindelijk op en vertrok ik met de mensen van HOW naar het passagiersschip.
Vanaf het dek van het, eveneens onzettend gare, schip, zag ik Floris de haven uitvaren. Ik vond het een vreemde en helemaal niet leuke ervaring. Enerzijds omdat we de hele tocht over de Nijl en de binnenkomst van Soedan niet samen zouden meemaken, anderzijds omdat Floris daar helemaal alleen zat op een vlot wat eruit zag alsof het elk moment in elkaar zou storten.
Mijn reis is uiteindelijk prima verlopen. De mensen van HOW zijn echt leuk en we zijn onze tijd goed doorgekomen met kaarten en thee drinken. Met z’n zevenen hadden we twee 2-persoons hutten op het schip en in Wadi-Halfa hebben we in een hotelletje geslapen.
De binnenkomst in Soedan is erg bijzonder. Je voelt je echt in Afrika, veel meer dan in Egypte. De mensen zijn van donkerbruin tot pikzwart, lachen veel, zijn straatarm maar erg vriendelijk en alle gebouwen, voertuigen en gebruiksmaterialen zijn oud.
Gewoon op een stoepje zitten en om je heen kijken is al een hele ervaring. Gelukkig maar, want in Wadi Halfa is ook verder niks te doen.
De volgende dag kregen we te horen dat Floris pas de dag erna zou aankomen en daar baalde ik echt ontzettend van. Ik besloot om samen met Dennis en Niels naar de haven te lopen en daar nogmaals te informeren. Je weet het hier in Afrika maar nooit!
En inderdaad, na een half uurtje in de haven zagen we de cargo aan komen varen.
De reis was prima verlopen. Floris had heerlijk gegeten met de zeer vriendelijke bemanning en de hondjes hadden de hele reis buiten kunnen liggen. Eind goed al goed.
’s Avonds hebben we heerlijk gegeten in één van de twee restaurantjes van Wadi Halfa en inmiddels staan we aan de rand van het dorp om alsnog te sleutelen aan de trucks en de laatste voorbereidingen te treffen. Morgen gaan we rijden, langs de Nijl naar Dongola. En daar hebben we erg veel zin in!!!