Poeh…. We hebben veel meegemaakt de afgelopen twee dagen. Het begon eigenlijk allemaal toen we de verkeerde afslag namen in Amman……Eergisteren reden we Jordanie binnen. Aan de grens hadden we het voor elkaar gekregen om geen dieselbelasting te betalen voor trucks (wat ons veel geld heeft bespaard), het zonnetje scheen en het woestijnachtige landschap was prachtig. We zochten een mooi plekje om te overnachten en werden die avond uitgenodigd door een Syrische man en twee Egyptenaren voor het eten.Met een goed gevoel reden we de volgende morgen naar Amman. We wilden daar een parkeerplek voor de Unimog zoeken zodat we de stad konden bekijken en contact op konden nemen met de mensen van ‘The humane centre for animal welfare’ (www.hcaw-jordan.org), dat we graag wilden bezoeken.
In het drukke centrum van Amman besloten we linksaf te slaan en daar ging het dus een beetje mis. We belandden in de arme wijk van Amman waar we een parkeerplek vonden aan een drukke weg. De Unimog stond er goed in het zicht, samen met een aantal andere trucks, maar binnen ‘no time’ stond er een heel legertje buurtbewoners zich te verdringen om de Unimog. Dit leek mij juist des te veiliger (met zoveel mensen zou er toch niemand durven in te breken?), maar Floris had er helemaal geen goed gevoel over. We besloten dus om snel te bellen en te internetten en dan een andere parkeerplek te zoeken, maar toen we terug kwamen bleek Floris’ gevoel juist en was het kwaad al geschiet. We werden opgewacht door de politie en, zo mogelijk, nog meer buurtbewoners; er was ingebroken in de Unimog! Flippen!! Met bonkend hart maakte ik de deur open: als eerste zag ik dat de honden okee waren, vervolgens dat onze luifelstokken binnen lagen en dat het zijraam wagenwijd open stond. De politie vertelde ons dat de dieven gepakt waren en op het politiebureau zaten. Ze waren niet in de Unimog geweest vanwege de honden, maar hadden al vissend de ‘telefoon’ (GPS) in handen gekregen. Gelukkig was deze inmiddels ook in het bezit van de politie, dus het enige wat we moesten doen was “even meekomen naar het politiebureau” en dan zou alles goed komen. Nog half in shock van alles reden we achter de agenten aan naar het politiebureau dat in dezelfde arme en overbevolkte wijk lag.
In het politiebureau werden we naar een vies en uitgeleefd kantoor gebracht met twee rechercheurs, een aantal politiemensen die steeds in en uit liepen en waar “de boeven” geboeid met hun gezicht naar de muur in een hoekje op de grond zaten. Wat een tafereel.
De rechercheurs waren op zijn zachts gezegd nogal vaag en maakten op ons een erg corrupte indruk. Er hing echt een heel raar sfeertje op dat politiebureau. Maar we waren op dat moment nog in de veronderstelling dat we onze ‘telefoon’ meteen terug zouden krijgen en het daarmee afgehandeld zou zijn, dus het kon ons niet zoveel schelen. Echter, vier uur later zaten we nog steeds in het vieze, uitgeleefde kantoor, was onze irritatiegrens goed bereikt en vroegen we ons steeds meer af waar the fuck we in beland waren!! De rechercheurs deden niks anders dan de krant lezen, peuken roken en een beetje ouwehoeren en als we vroegen hoelang het nog ging duren kregen we steevast het antwoord ‘ten minuts’. Terwijl Floris zich nogmaals bedacht waarom hij zo’n hekel aan de politie had, deed ik mijn best om ‘de boeven’ te negeren die, zodra er niemand keek, naar mij begonnen te gebaren dat ze de ‘telefoon’ niet gestolen hadden. Toen het bijna donker werd mochten we eindelijk gaan, met de mededeling dat we de volgende morgen terug moesten komen. We zouden dan heel even (‘only ten minutes’) wat papieren moeten tekenen en dan zouden we de ‘telefoon’ en Floris’ paspoort terugkrijgen.
Eenmaal terug in de Unimog, die we veilig voor het politiebureau hadden geparkeerd, stonden we voor de onmogelijke opgave om de honden uit te laten in de overdrukke straten van de wijk. Echt overal liepen mensen, ieder pand was een winkel en het verkeer was één toeterende file. Als je daar ook nog bij bedenkt dat Islamitische mensen over het algemeen doodsbang zijn voor honden en een hond uitlaten in down-town Amman ongeveer vergelijkbaar is als met een krokodil door de Kalverstraat lopen, kan je nagaan in wat voor positie we zaten. Maargoed, we hebben ons langs de gillende vrouwen en kinderen weten te werken, alle zeer verbaasd kijkende mannen genegeerd en uiteindelijk een klein stukje niemandsland gevonden waar de honden konden plassen.
De volgende morgen stonden we keurig om negen uur in het kantoor, in de hoop er snel weer weg te kunnen en eindelijk de toeristen dingen te kunnen doen waarvoor we in Amman waren. Maar nee, na vier keer ‘ten minutes’ wachten werd ons verteld dat we mee moesten naar de rechtbank als getuigen. Dit snapten we niet want we waren immers helemaal geen getuigen van de diefstal, maar aan de manier waarop de rechercheurs het tegen ons zeiden wisten we dat bezwaar maken geen zin had.
We zagen een oude bus voorrijden en uit de kelder van het politiebureau kwamen steeds groepjes boeven, waaronder ‘de onze’, aan elkaar vastgemaakt met handboeien, die door de agenten de bus in werden geduwd. “You can ride with the suspects, no problem” werd ons gezegd. What the fuck??!! Nou daar gingen we, op naar de rechtbank, tussen het schorem van de stad, bewaakt door gladde politiemannetjes met voor-oorlogse cowboypistolen, door down-town Amman. Op het moment dat ik dit schrijf krijgen Floris en ik opnieuw de slappe lach.
Eenmaal in de rechtbank moesten we in een hal gaan zitten, samen met alle boeven en een heel rijtje belangrijke doende agenten, ambtenaren en ‘vage sjaakies’. De twee jongens die in onze Unimog zouden hebben ingebroken deden, met drie jaar gevangenisstraf in het vooruitzicht, alle moeite om nu ook Floris ervan te overtuigen dat ze het niet hadden gedaan en wij begonnen ons steeds meer af te vragen wat er nou precies van ons verwacht werd en als er gevraagd werd of de jongens schuldig waren wat we dan moesten zeggen. We kregen genoeg tijd om over ons dilemma na te denken want pas twee uur later werden we door de rechter geroepen.
De rechter, eindelijk iemand die meer Engels sprak dan ‘wait ten minutes’ en ‘no problem’, vroeg ons of we de jongens wilden aanklagen. Ondanks dat de politie ons had verteld dat de jongens op heterdaad betrapt waren, kozen wij ervoor om te zeggen dat we niet wisten of de jongens schuldig waren en dat we dus geen aanklacht in wilden dienen. Dit was immers de waarheid en we vertrouwden de politie ook niet helemaal met hun ‘op heterdaad betrapt’. Het idee dat de jongens misschien drie jaar vast zouden zitten voor het jatten van één telefoon vonden we allebei vreselijk, dus dit leek ons het beste om te doen.
En eindelijk, ein-de-lijk, vandaag om twee uur, waren we klaar met al het gedoe en konden we onze eigen weg weer gaan. We zijn naar een andere, betere wijk van Amman gereden, hebben de Unimog voor een cafeetje van een vriendelijke, Palestijnse jongen geparkeerd. Hij kwam net een bakje vlees brengen voor de honden. Heerlijk om weer op een rustige plek te staan!
GPS # N 31° 57′ 24.6″, E 35 ° 51′ 22.9″